zondag, december 10, 2006

Pearl Harbor


Complotdenkers refereren maar al te graag aan Pearl Harbor, gelegen op het Hawaiaanse eiland Oahu, dat op 7 december 1941 door de Japanners werd aangevallen en voor de VS de directe aanleiding was voor Amerika om betrokken te raken bij de Tweede Wereldoorlog.

Een 9/11 avant la lettre, zo zeggen complotdenkers. Want toen de VS in 2001 werden aangevallen, konden de Amerikanen immers Aghanistan en Irak binnenvallen. En waren het niet de neoconservatieven die als onderdeel van "The Project for the New American Century" voorzichtig refereerden aan de noodzaak van een nieuw Pearl Harbor?

Maar er is ook nog het Pearl Harbor complot zelf, dat al dateert van voor 9/11. Hele boeken zijn er aan gewijd. Het complot gaat er van uit dat president Roosevelt (FDR) wist van de aanvallen, maar niets deed om na de aanval de VS als oorlogvoerende partij aan de kant van de geallieerden in te zetten.

Maar ook hier is het aangevoerde bewijs weer eens flinterdun. Dat complotdenkers Pearl Harbor graag aanvoeren als een false flag-operatie is wel begrijpelijk: er zijn opvallend veel parallellen met 9/11. Zo zouden de Amerikanen al vele malen gewaarschuwd zijn, zelfs kranten gingen er van uit dat er iets stond te gebeuren. De FBI nam de waarschuwingen minder serieus, sterker nog: de aangeleverde informatie leek veel te gedetailleerd.

Tot op de dag van vandaag beweren complotdenkers ook dat de Amerikanen de Japanse geheimcode hadden achterhaald en dus moeten hebben geweten dat de aanval op komst was. Maar onderzoeker Stephen Budiansky heeft in boek Battle of Wits: The Complete Story of Codebreaking in World War II op grond van marinestukken aangetoond dat dat helemaal niet het geval was. Een jaar voor de aanval veranderden de Japanners hun geheimcode, waardoor de communicatie niet meer goed - in elk geval niet woordelijk - gevolgd kon worden. Daarmee wordt het belangrijkste fundament onder het Pearl Harbor-complot onderuit gehaald.

Budiansky trekt daarom een parallel met 9/11. Ook bij Pearl Harbor werden de Amerikanen, ondanks talloze waarschuwingen, volkomen verrast door een aanval waarbij duizenden Amerikanen omkwamen. Dat falen zit de Amerikanen natuurlijk niet lekker, schrijft Judith Greer bij Salon.com. Een complottheorie die het beeld van de Amerikaanse supramie heel laat neemt dat onbehaaglijke gevoel weg. Zij het dat er een ander onbehaaglijk gevoel voor in de plaats komt: FDR als koele massamoordernaar.

Greer: "The trick is to assiduously ignore all the mountains of evidence in favor of the theory you are trying to disprove and to focus instead on tiny apparent discrepancies and supposed "missing links" in the record."

Labels: ,

35 Comments:

At 11:39 a.m., Anonymous Anoniem said...

Pearl Harbor

In september 2000, nog voor de verkiezing van Bush, schrijft de PNAC het cruciale rapport, samengesteld door Thomas Donnelly, Gary Schmitt en Donald Kagan, 'Rebuilding America's Defenses: Strategies, Forces And Resources For A New Century'. Hierin stellen ze klip en klaar dat een aanval op Saddam maar een alibi is voor Amerikaanse suprematie. (1)

Op pagina 14 van het rapport staat: "De Verenigde Staten hebben sinds decennia getracht om een meer permanente rol te spelen in de regionale veiligheid in de Golf. Terwijl het onopgeloste conflict met Irak in een directe rechtvaardiging voorziet, overstijgt de noodzaak voor een substantiële Amerikaanse militaire aanwezigheid het thema van het regime van Saddam Hussein".

Dat Saddam maar een alibi is, dat zeggen niet de rabiate tegenstanders van deze oorlog, dat zeggen de 'master minds' zelf. Want verder in het rapport wordt ook Iran genoemd dat misschien nog een grotere bedreiging vormt.

Ze pleitten in dit rapport, geheel in de lijn van de doelstellingen, voor een grootschalige opwaardering van het leger. Voor de transformatie tot een soort van imperiaal superleger was volgens de schatting van het rapport een stijging van 15 tot 20 miljard dollar per jaar nodig. Maar de PNAC wist zeer goed dat dit niet zomaar kon: "Het proces van transformatie, zou wel eens een proces van lange adem kunnen zijn, behalve wanneer er zich een soort catastrofale of katalyserende gebeurtenis voordoet - iets als een nieuwe Pearl Harbor".

En toen, met de aanslagen van 'nine-eleven', was plotseling de Nieuwe Amerikaanse Eeuw aangebroken. Het lang verwachte, het vurig 'verbeide' Pearl Harbor had zich voorgedaan. De aanslagen op o.m. het WTC vormden voldoende grond voor uitvoering van programmapunt nummer één: Massale stijging van het defensiebudget. 'Wat een godsgeschenk!', moeten Cheney, Rumsfeld en Co gedacht hebben.

Ian Lustick, hoogleraar buitenlandse politiek en Midden-Oosten specialist van de Universiteit van Pensylvania, verwoordde het als volgt: "De aanslagen van 9/11, die niets met Irak te maken hadden, produceerden een gigantisch politiek kapitaal dat de regering toeliet te doen wat ze maar wilde zolang het maar in verband kon worden gebracht met nationale veiligheid en het Midden-Oosten".

Helemaal enthousiast geworden, noteerde (volgens een reportage van het televisiestation NBS) Rumsfeld in het nog narokende Pentagon het definitieve plan in telegramstijl: "Best info fast. Judge whether good enough [to] hit S.H. at the same time. Not only UBL. .... Go massive. Sweep it all up. Things related and not." Dat is, als je eenmaal weet dat S.H. Saddam Hussein is en UBL natuurlijk Usama Bin Laden, erg duidelijk: We hebben nu alleen de juiste informatie nodig om een alibi te vinden Saddam aan te vallen en er vooral massaal tegenaan te gaan.

Want de échte inzet is versterking van de Amerikaanse militaire en industriële wereldsuprematie via 'totale oorlog' (een uitdrukking van medestichter Richard Perle), zoals de Oorlog tegen het terrorisme, de opkuis in Afghanistan en nu een opkuis in de Golf, en straks ook in Columbia, enzovoort: "Meervoudige, gelijktijdige grootschalige theater-oorlogen" onder het motto: "(...) Go massive. Sweep it all up. Things related and not." Dat is de echte briefing voor de troepen, als ze straks 'Hell breaks loose' roepen.

 
At 4:18 p.m., Anonymous Anoniem said...

Stil hier, of zit iedereen bij de complotdenkersbijeenkomst in Tilburg?

 
At 4:39 p.m., Anonymous Anoniem said...

Goed, jij je zin..

Do Freedom of Information Act Files Prove FDR Had Foreknowledge of Pearl Harbor?

On November 25, 1941 Japan’s Admiral Yamamoto sent a radio message to the group of Japanese warships that would attack Pearl Harbor on December 7. Newly released naval records prove that from November 17 to 25 the United States Navy intercepted eighty-three messages that Yamamoto sent to his carriers. Part of the November 25 message read: “…the task force, keeping its movements strictly secret and maintaining close guard against submarines and aircraft, shall advance into Hawaiian waters, and upon the very opening of hostilities shall attack the main force of the United States fleet in Hawaii and deal it a mortal blow…”

One might wonder if the theory that President Franklin Roosevelt had a foreknowledge of the Pearl Harbor attack would have been alluded to in this summer’s movie, Pearl Harbor. Since World War II many people have suspected that Washington knew the attack was coming. When Thomas Dewey was running for president against Roosevelt in 1944 he found out about America’s ability to intercept Japan’s radio messages, and thought this knowledge would enable him to defeat the popular FDR. In the fall of that year, Dewey planned a series of speeches charging FDR with foreknowledge of the attack. Ultimately, General George Marshall, then Chairman of the Joint Chiefs of Staff, persuaded Dewey not to make the speeches. Japan’s naval leaders did not realize America had cracked their codes, and Dewey’s speeches could have sacrificed America’s code-breaking advantage. So, Dewey said nothing, and in November FDR was elected president for the fourth time.

Now, though, according to Robert Stinnett, author of Simon & Schuster’s Day Of Deceit, we have the proof. Stinnett’s book is dedicated to Congressman John Moss, the author of America’s Freedom of Information Act. According to Stinnett, the answers to the mysteries of Pearl Harbor can be found in the extraordinary number of documents he was able to attain through Freedom of Information Act requests. Cable after cable of decryptions, scores of military messages that America was intercepting, clearly showed that Japanese ships were preparing for war and heading straight for Hawaii. Stinnett, an author, journalist, and World War II veteran, spent sixteen years delving into the National Archives. He poured over more than 200,000 documents, and conducted dozens of interviews. This meticulous research led Stinnet to a firmly held conclusion: FDR knew.

“Your boys are not going to be sent into any foreign wars,” was Roosevelt’s famous campaign statement of 1940. He wasn’t being ingenuous. FDR’s military and State Department leaders were agreeing that a victorious Nazi Germany would threaten the national security of the United States. In White House meetings the strong feeling was that America needed a call to action. This is not what the public wanted, though. Eighty to ninety percent of the American people wanted nothing to do with Europe’s war. So, according to Stinnett, Roosevelt provoked Japan to attack us, let it happen at Pearl Harbor, and thus galvanized the country to war. Many who came into contact with Roosevelt during that time hinted that FDR wasn’t being forthright about his intentions in Europe. After the attack, on the Sunday evening of December 7, 1941, Roosevelt had a brief meeting in the White House with Edward R. Murrow, the famed journalist, and William Donovan, the founder of the Office of Strategic Services. Later Donovan told an assistant the he believed FDR welcomed the attack and didn’t seem surprised. The only thing Roosevelt seemed to care about, Donovan felt, was if the public would now support a declaration of war. According to Day Of Deceit, in October 1940 FDR adopted a specific strategy to incite Japan to commit an overt act of war. Part of the strategy was to move America’s Pacific fleet out of California and anchor it in Pearl Harbor. Admiral James Richardson, the commander of the Pacific fleet, strongly opposed keeping the ships in harm’s way in Hawaii. He expressed this to Roosevelt, and so the President relieved him of his command. Later Richardson quoted Roosevelt as saying: “Sooner or later the Japanese will commit an overt act against the United States and the nation will be willing to enter the war.”

To those who believe that government conspiracies can’t possibly happen, Day Of Deceit could prove to them otherwise. Stinnett’s well-documented book makes a convincing case that the highest officials of the government—including the highest official—fooled and deceived millions of Americans about one of the most important days in the history of the country. It now has to be considered one of the most definitive—if not the definitive—book on the subject. Gore Vidal has said, “…Robert Stinnet has come up with most of the smoking guns. Day Of Deceit shows that the famous ‘surprise’ attack was no surprise to our war-minded rulers…” And John Toland, the Pulitzer Prize-winning author of the Pearl Harbor book, Infamy, said, “Step by step, Stinnett goes through the prelude to war, using new documents to reveal the terrible secrets that have never been disclosed to the public. It is disturbing that eleven presidents, including those I admired, kept the truth from the public until Stinnett’s Freedom of Information Act requests finally persuaded the Navy to release the evidence.”

What led you to write a book about Pearl Harbor?

Stinnett: Well, I was in the navy in World War II. I was on an aircraft carrier. With George Bush, believe it or not.

You wrote a book about that.

Stinnett: Yes, that’s right. So, we were always told that Japanese targets, the warships, were sighted by United States submarines. We were never told about breaking the Japanese codes. Okay. So, in 1982 I read a book by a Professor Prange called At Dawn We Slept. And in that book it said that there was a secret US Navy monitoring station at Pearl Harbor intercepting Japanese naval codes prior to December 7. Well, that was a bombshell to me. That was the first time I had heard about that. I worked at The Oakland Tribune at that time….So I went over to Hawaii to see the station to confirm it. And, then, to make a long story short, I met the cryptographers involved, and they steered me to other sources, documents that would support all of their information. And so that started me going. My primary purpose was to learn about the intercept procedures. And so I filed Freedom of Information Act requests with the Navy because communications intelligence is very difficult. It’s a no-no. They don’t want to discuss it. But the Navy did let me, gave me permission to go to Hawaii and they showed me the station….So that started me on it. And then I would ask for certain information, this is now, we’re talking about in the 1980’s, the late 1980’s. And they’re very reluctant to give me more information. I’m getting a little bit.

Historians and government officials who claim that Washington didn’t have a foreknowledge of the Pearl Harbor attack have always contended that America wasn’t intercepting and hadn’t cracked Japan’s important military codes in the months and days preceding the attack. The crux of your book is that your research proves that is absolutely untrue. We were reading most all of Japan’s radio messages. Correct?

Stinnett: That is correct. And I believed that, too. You know, because, Life magazine in September 1945, right after Japan surrendered, suggested that this was the case, that Roosevelt engineered Pearl Harbor. But that was discarded as an anti-Roosevelt tract, and I believed it, also.

Another claim at the heart of the Pearl Harbor surprise-attack lore is that Japan’s ships kept radio silence as they approached Hawaii. That’s absolutely untrue, also?

Stinnett: That is correct. And this was all withheld from Congress, so nobody knew about all this.

Until the Freedom of Information Act.

Stinnett: Yes.

Is this statement true?—If America was intercepting and decoding Japan’s military messages then Washington and FDR knew that Japan was going to attack Pearl Harbor.

Stinnett: Oh, absolutely.

You feel it’s as simple as that?

Stinnett: That is right. And that was their plan. It was their “overt act of war” plan that I talk about in my book that President Roosevelt adopted on October 7, 1940.

You write that in late November 1941 an order was sent out to all US military commanders that stated: “The United States desires that Japan commit the first overt act.” According to Secretary of War Stimson, the order came directly from President Roosevelt. Was FDR’s cabinet on record for supporting this policy of provoking Japan to commit the first overt act of war?

Stinnett: I don’t know that he revealed it to the cabinet. He may have revealed it to Harry Hopkins, his close confidant, but there’s no evidence that anybody in the cabinet knew about this.

I thought you wrote in your book that they did…That some of them were on record for…

Stinnett: Well, some did. Secretary of War Stimson knew, based on his diary, and also probably Frank Knox, the Secretary of Navy knew. But Frank Knox died before the investigation started. So all we have really is Stimson, his diary. And he reveals a lot in there, and I do cite it in my book…You must mean his war cabinet. Yes. Stimson’s diary reveals that nine people in the war cabinet—the military people—knew about the provocation policy.

Even though Roosevelt made contrary statements to the public, didn’t he and his advisors feel that America was eventually going to have to get into the war?

Stinnett: That is right. Well, his statement was, “I won’t send your boys to war unless we are attacked.” So then he engineered this attack—to get us into war really against Germany. But I think that was his only option. I express that in the book.

Who was Lieutenant Commander Arthur McCollum and what was his connection to the Pearl Harbor attack?

Stinnett: He worked for Naval intelligence in Washington. He also was the communications routing officer for President Roosevelt. So all these intercepts would go to Commander McCollum and then he would route them to the President. There’s no question about that. He also was the author of this plan to provoke Japan into attacking us at Pearl Harbor. And he was born and raised in Japan.

McCollum wrote this plan, this memorandum, in October 1940. It was addressed to two of Roosevelt’s closest advisors. In the memo McCollum is expressing that it’s inevitable that Japan and America are going to go to war, and that Nazi Germany’s going to become a threat to America’s security. McCollum is saying that America’s going to have to get into the war. But he also says that public opinion is against that. So, McCollum then suggests eight specific things that America should do to provoke Japan to become more hostile, to attack us, so that the public would be behind a war effort. And because he was born and raised in Japan, he understood the Japanese mentality and how the Japanese would react.

Stinnett: Yes. Exactly.

Has the existence of this memo from Commander McCollum ever been revealed to the public before your book came out?

Stinnett: No, no. I received that as pursuant to my FOIA request on January 1995 from the National Archives. I had no idea it existed.

FDR and his military advisors knew that if McCollum’s eight actions were implemented—things like keeping the Pacific fleet in Pearl Harbor, and crippling Japan’s economy with an embargo—there was no question in their minds that this would cause Japan—whose government was very militant—to attack the United States. Correct?

Stinnett: That is correct, and that is what Commander McCollum said. He said, “If you adopt these policies then Japan will commit an overt act of war.”

Is there any proof that FDR saw McCollum’s memorandum?

Stinnett: There’s no proof that he actually saw the memorandum, but he adopted all eight of the provocations—including where he signed executive orders…And other information in Navy files offers conclusive evidence that he did see it.

The memo is addressed to two of Roosevelt’s top advisors, and you include the document where one of them is agreeing with McCollum’s suggested course of action.

Stinnett: Yes, Dudley Knox, who was his very close associate.

The “splendid arrangement” was a phrase that FDR’s military leaders used to describe America’s situation in the Pacific. Can you explain what the “splendid arrangement” was?

Stinnett: The “splendid arrangement” was the system of twenty-two monitoring stations in the Pacific that were operated by the United States, Britain, and the Dutch. These extended along the west coast of the United States, up to Alaska, then down to Southeast Asia, and into the Central Pacific.

These radio monitoring stations allowed us to intercept and read all of Japan’s messages, right?

Stinnett: Absolutely. We had Japan wired for sound.

You claim that the “splendid arrangement” was so adept that ever since the 1920’s Washington always knew what Japan’s government was doing. So to assert that we didn’t know the Japanese were going to bomb Pearl Harbor would be illogical?

Stinnett: That is correct.

Your book claims that in 1941 Japan had a spy residing in the Japanese consulate in Honolulu.

Stinnett: Japan secreted this spy—he was a Japanese naval officer—in Honolulu. He arrived there in March 1941 under an assumed name, and he was attached to the Japanese consulate there. But when the FBI checked on him they found out he was not listed in the Japanese foreign registry, so they were suspicious immediately. They put a tail on him. And then the spy started filing messages to Japan that we were intercepting. This was in a diplomatic code now. And so the FBI continued to tail him, and so did Naval intelligence.

Naval intelligence, the FBI, and Roosevelt knew this man was spying on the fleet in Pearl Harbor, and they let the espionage go on. The policy of FDR’s government then was to look the other way and let Japan prepare itself for attacking us?

Stinnett: That’s right. That is correct. He was providing a timetable for the attack.

The spy was even sending bomb plots of Pearl Harbor?

Stinnett: Yes. From March to August he was giving a census of the US Pacific fleet. Then starting in August he started preparing bomb plots of Pearl Harbor, where our ships were anchored and so forth.

And Roosevelt even saw those bomb plots, right?

Stinnett: Yes, that is correct.

You claim that twice during the week of December 1 to 6 the spy indicated that Pearl Harbor would be attacked. According to a Japanese commander, the message on December 2 was: “No changes observed by afternoon of 2 December. So far they do not seem to have been alerted.” And on the morning of December 6 the message was: “There are no barrage balloons up and there is an opportunity left for a surprise attack against these places.” These messages were intercepted by the Navy, right? Did Roosevelt know about these messages?

Stinnett: They were intercepted. That is correct. They were sent by RCA communications. And Roosevelt had sent David Sarnoff, who was head of RCA, to Honolulu so that this would facilitate getting these messages even faster. Though we were also intercepting them off the airways, anyway. And on December 2 and on December 6 the spy indicated that Pearl was going to be the target. And the December 2 message was intercepted, decoded, and translated prior to December 5. The December 6 message…there’s really no proof that it was…it was intercepted, but there’s all sorts of cover stories on whether or not that reached the President. But he received other information that it was going to happen the next day, anyway.

You saw the records of those intercepts yourself?

Stinnett: Yes. I have those.

And all these other messages that the Navy was constantly intercepting showed exactly where the Japanese ships were, that they were preparing for war, and that they were heading straight for Hawaii. Right?

Stinnett: That’s right. Our radio direction finders located the Japanese warships.

You say Roosevelt regularly received copies of these intercepts. How were they delivered to him?

Stinnett: By Commander McCollum routing the information to him. They were prepared in monograph form. They called it monograph….it was sent to the President through Commander McCollum who dispatched it through the naval aide to the
President.

On page 203 of the hardcover edition of your book it reads, “Seven Japanese naval broadcasts intercepted between November 28 and December 6 confirmed that Japan intended to start the war and that it would begin in Pearl Harbor.” Did you see the
records of those intercepts yourself?

Stinnett: Yes. And also we have new information about other intercepts in the current edition that’s coming out in May 2001….There’s no question about it.

According to Day Of Deceit, on November 25 Admiral Yamamoto sent a radio message to the Japanese fleet. Part of the message read: “The task force, keeping its movements strictly secret and maintaining close guard against submarines and aircraft, shall advance into Hawaiian waters, and upon the very opening of hostilities shall attack the main force of the United States fleet in Hawaii and deal it a mortal blow…” What’s the proof that the record of that intercept exists? Did you see it yourself? Again, did Roosevelt know about it?

Stinnett: The English version of that message has been released by the United States, a government book. The Japanese version—the raw message—has not been released by the U.S. I have copies of the Station H radio logs—a monitoring station in Hawaii. They prove that the Navy intercepted eight-three messages that Yamamoto sent between November seventeenth and twenty-fifth. I have those records, but not the raw intercepts, eighty-six percent of which have not been released by the government…As far as Roosevelt, early in November 1941 Roosevelt ordered that Japanese raw intercepts be delivered directly to him by his naval aide, Captain Beardall. Sometimes if McCollum felt a message was particularly hot he would deliver it himself to FDR.

Late on December 6 and in the very early morning hours of December 7 the United States intercepted messages sent to the Japanese ambassador in Washington. These messages were basically a declaration of war—Japan was saying it was breaking off negotiations with America. At those times, General Marshall and President Roosevelt were shown the intercepts. When FDR read them he said, “This means war.” When the last intercept was shown to Roosevelt it was still hours before the Pearl Harbor attack. In that last intercept Japan gave the deadline for when it was breaking off relations with the U.S.—the deadline was the exact hour when Pearl Harbor was attacked. FDR and Marshall should have then sent an emergency warning to Admiral Kimmel in Pearl Harbor. But they acted nonchalantly and didn’t get a warning to Kimmel.

Stinnett: Yes. This is a message sent from the Japanese foreign office to the Japanese ambassador in Washington DC. And in it he directed….it broke off relations with the United States and set a timetable of 1:00 PM on Sunday, December 7, eastern time.

Which was the exact time that Pearl Harbor was bombed.

Stinnett: That’s right. So they realized, with all their information, this is it. And then General Marshall, though, sat on the message for about fifteen hours because he didn’t want to send…he didn’t want to warn the Hawaiian commanders in time….he didn’t want them to interfere with the overt act. Eventually they did send it but it didn’t arrive until way after the attack.

Roosevelt saw it too. They should have sent an emergency warning to Admiral Kimmel in Hawaii, right?

Stinnett: That’s right. But you see they wanted the successful overt act by Japan. It unified the American people.

This seems like a classic case of higher-ups doing something questionable, and then getting the people below them to take the blame for it. Admiral Husband Kimmel was in charge of the fleet in Pearl Harbor, and he was demoted and took the blame for the attack. Was that justified?

Stinnett: No, it was not. And Congress, you know, last October of 2000 voted to exonerate him because the information was withheld from them. That’s very important. But it was subject to implementation by President Clinton who did not sign it. But at least Congress filed it, made the finding.

You claim that Admiral Kimmel and General Short—who headed up the army in Hawaii—were denied by Washington of the information that would have let them know the attack was coming. In what ways were Kimmel and Short denied intelligence?

Stinnett: Well, they were just cut off…They were not told that the spy was there, and they were not given these crucial documents, the radio direction finder information. All this information was going to everybody but Kimmel and Short. That’s very clear…. At one point Kimmel specifically requested that Washington let him know immediately about any important developments, but they did not do that.

Kimmel was given some information, because two weeks before the attack he sent the Pacific fleet north of Hawaii on a reconnaissance exercise to look for Japanese carriers. When White House military officials learned of this what was their reaction?

Stinnett: Admiral Kimmel tried a number of occasions to do something to defend Pearl Harbor. And, right, two weeks before the attack, on November 23, Kimmel sent nearly one hundred warships of the Pacific fleet to the exact site where Japan planned to launch the attack. Kimmel meant business. He was looking for the Japanese. His actions indicated that he wanted to be thoroughly prepared for action if he encountered a Japanese carrier force. When White House officials learned this, they directed to Kimmel that he was “complicating the situation”….You see, the White House wanted a clean cut overt act of war by Japan. Isolationists would have charged FDR was precipitating Japanese action by allowing the Pacific fleet in the North Pacific…So, minutes after Kimmel got the White House directive he canceled the exercise and returned the fleet to its anchorage in Pearl Harbor…That’s where the Japanese found it on December 7, 1941.

The White House was handcuffing Kimmel? They wanted him to be completely passive?

Stinnett: That is right.

FDR did send a war warning to Kimmel on November 28. Was that enough of a warning?

Stinnett: Well, that was a warning, but also in there they directed Admiral Kimmel and all the Pacific commanders to stand aside, don’t go on the offensive, and remain in a defensive position, and let Japan commit the first overt act. That’s right in the message, and it’s in my book. And Admiral Kimmel, the message he received, it was repeated twice….stand aside and let Japan commit the first overt act, the exact wording is in my book.

Your book makes it abundantly clear that FDR and his advisors knew Japan was preparing for war, and knew that Japan was eventually going to attack. But can it be said that FDR knew that the attack was going to take place specifically on the morning of December 7 at Pearl Harbor?

Stinnett: Yes…..Absolutely.

Through the radio intercepts.

Stinnett: Through the radio intercepts. Right. Both military and diplomatic.

Did America’s ambassador in Japan, Ambassador Joseph Grew, have any indications that Japan was planning a surprise attack on Pearl Harbor?

Stinnett: The information is that he did. I do quote him in the book, and he warned Washington to be on the alert because he couldn’t give them the last minute information.

Well, according to your book Ambassador Grew had a reliable source in the Japanese embassy tell him that Japan was planning the attack, and then Grew sent dire warnings to the White House that an attack on Hawaii was a very real possibility.

Stinnett: Yes, well, he was the first one to—after President Roosevelt adopted this eight action memo—Ambassador Grew learned about the Pearl Harbor attack in January1941. And then Commander McCollum was asked to evaluate this, and he said, “Oh, there’s nothing to it.”—even though it was his plan!

He was being disingenuous, McCollum.

Stinnett: Yea. Exactly.

On December 5 the Navy intercepted a message telling Japanese embassies around the world to burn their code books. What does it mean when a government is telling its embassies to burn their code books?

Stinnett: That means war is coming within a day or two.

That’s common knowledge in the military. And the military officials in Washington saw this intercept and the meaning of it wasn’t lost on them.

Stinnett: Yes. That’s right.

FDR and Washington also knew that Japan had recalled from sea all its merchant ships. What does that mean?

Stinnett: It’s known in government and the military that if a nation recalls its merchant ships then those ships are needed to transport soldiers and supplies for war.

So, in your opinion, if there had been no Pearl Harbor, then would America ever have ended up dropping nuclear bombs on Hiroshima and Nagasaki?

Stinnett: Well, that’s what the survivors, the families of those who were killed at Pearl, and other people say. They claim that if there hadn’t been Pearl Harbor there would have been no Hiroshima. But, of course, that’s a “what if” question. And I don’t know how to answer it.

One could only speculate on that. But it seems in a way Hiroshima and Nagasaki were maybe retribution for Pearl Harbor.

Stinnett: I think it was more really to bring a close to the war. You know, I was out there at the time, and, frankly, I…we were subject to kamikaze attacks, they were attacking our carriers, and about half of our carriers were knocked out as of July 1945, so, personally, I was very pleased with the atom bombing because that ended the war. It probably saved my life.

If what you’re saying is true, then Pearl Harbor is a prime example of government treating human beings like guinea pigs. Yet, you, yourself, don’t disparage and don’t have a negative view of FDR.

Stinnett: No, I don’t have a negative view. I think it was his only option to do this. And I quote the chief cryptographer for the Pacific fleet, who said, “It was a pretty cheap price to pay for unifying the country.”

That cryptographer, Commander Joseph Rochefort, was a confidant of McCollum’s. He worked closely with Kimmel in Pearl Harbor. It could be argued that Rochefort was the closest one to Kimmel who was most responsible for denying Kimmel of the vital intelligence. And he did make that statement. But do you agree with that? A lot of people would be offended and angered by that statement. A lot of people wouldn’t agree with it.

Stinnett: A lot of people would not, but I think under the cirumstances this was FDR’s only option. And, of course, this was sort of used in the Viet Nam War, you know. The Gulf of Tonkin Resolution was based on a provocation aimed at the North Vietnamese gunboats—something like that. That’s how President Johnson got The Gulf of Tonkin Resolution passed through the Congress. There was a provocation.

Apparently, it’s a military strategy, but the families—obviously—of the people who get killed when a military uses this strategy wouldn’t agree with it.

Stinnett: Oh, right. I know. Oh, when I speak about this with the families they just start crying about it, you know. They’re terribly upset….But, you know, it was used by President Polk in the Mexican War in 1846. And also by President Lincoln at Fort Sumter And then also, as I say, another example is Viet Nam, this Gulf of Tonkin business.

It could be a traditional military philosophy, the idea that a military has to sometimes provoke the enemy to attack, sacrifice its own soldiers, so as to unify a country for war.

Stinnett: I think so. I think you could probably trace it back to Caesar’s time.

How much in your book has never been revealed to the public before?

Stinnett: The breaking of radio silence. The fact that the Japanese ships did not keep silent as they approached Hawaii….The breaking of Japanese codes—I mean the full proof of it. Military codes, I want to emphasize that….And also McCollum’s eight action memo—that’s the whole heart of my book. If I didn’t have that it wouldn’t be as important. That is the smoking gun of Pearl Harbor. It really is.

Your research seems to prove that government conspiracies can exist. In your view, how many people would you say ultimately knew that Japan was going to attack Pearl Harbor, but kept quiet about it and covered it up before and after the event?

Stinnett: I cite about thirty-five people there in the book that most certainly knew about it. And it’s probably more than that.

It also seems like a classic Washington cover-up. In your book you use the phrase “Pearl Harbor deceits”. Ever since the attack there have been missing documents, altered documents, people being disingenuous, and people outright perjuring themselves before the Pearl Harbor investigation committees. Correct?

Stinnett: That is right. Absolutely. And you know the Department of Defense has labeled some of my Pearl Harbor requests as B1 National Defense Secrets, and they will not release them. I say that in the book. Janet Reno would not release them to me.

And all the official Congressional Pearl Harbor committees were denied and weren’t privy to all this revealing information?

Stinnett: That’s right. They were cut out, also.

A lot of people probably don’t want to believe that a president would let something like Pearl Harbor happen. Have you gotten any criticism for contending that FDR had a foreknowledge of the attack?

Stinnett: Yes. I get about a seventy percent approval rating. From, you know, comments, news media, radio, and all that. And there’s about thirty percent just don’t accept this….But the nitty-gritty questions are fine to me. You know, the people who are attacking me, what they are really quoting from is 1950 information. They don’t have the 1999 or 2000 information….

The information you put out in your book. You’re talking about new things here.

Stinnett: That’s right. And this thirty percent, I feel they just don’t want to accept it, or they regard FDR as an icon who brought Social Security, and all that. But he also unified this country, and we were able to stop Hitler, you know, and the holocaust, and everything else that was going on. So, you could also say that this was a victory for President Roosevelt.

But it seems under our system of government if President Roosevelt felt it was an emergency to go to war with Germany then he should have come before the American people and the Congress and explained it and convinced us that we had to go defeat Hitler.

Stinnett: Well, you see that was the problem. The strong isolation movement. Eighty percent of the people wanted nothing to do with Europe’s war. And, you know, German submarines were sinking our ships in the North Atlantic. That did not rouse the American public. Nobody gave a damn. The USS Ruben James was a destroyer that was sunk, and lost a hundred lives about a month before Pearl Harbor. And there were other ships, merchant ships, and other ships in the North Atlantic that were sunk or damaged. But no one cared about it. I think the American people thought that Roosevelt was trying to provoke us into the German war, or Europe’s war. They didn’t want anything to do with that. But, you see, Commander McCollum was brilliant. He fashioned this—it was a real PR job—he got Japan to attack us in a most outrageous manner that really did unite the country.

A lot of people would probably be of the opinion that it wasn’t so brilliant. The families of the three thousand people who were killed and injured at Pearl Harbor probably wouldn’t think it was brilliant.

Stinnett: I know, I know. You see, that’s the argument today.

But if this is true, then you agree with what FDR did?

Stinnett: I do. I don’t see what other option he had.

Because a lot of the tone in your book seems to be questioning and disagreeing with Roosevelt’s actions.

Stinnett: Well, I disagree with the way he treated Admiral Kimmel and General Short, letting them hang out to dry.

Kimmel and Short were cut off from the intelligence loop.

Stinnett: They were cut off. And Congress, you know, last October, the Senate and the House, found that they were cut off. They made the finding. That would have never happened five years ago. Or ten, twenty years ago

It happened because of the Freedom of Information Act?

Stinnett: I think so. And the Short and Kimmel families have credited my book with getting that through Congress.

Did you ever read Clausen’s book? Colonel Henry Clausen was part of a Pearl Harbor investigation of November 1944. He wrote a book that was published in 1992 that claimed FDR didn’t have a foreknowledge of the attack.

Stinnett: Well, you know, I read that. But I fault Colonel Clausen because he had access to all of these military intercepts and he did not bring them out. And I think that was a crime for him to have done that. He should have been court-martialed for that.

You infer in your book that at one point Clausen was probably trying to cover up for General Marshall’s actions of December 6 and 7.

Stinnett: I think so. You know, he was acting on the behalf of the Secretary of War. He had carte blanche with these intercepts.

When was he acting on behalf of the Secretary of War?

Stinnett: Well, Clausen was authorized by Secretary of War Stimson to conduct the Pearl Harbor investigation in November 1944. He traveled to the Hawaiian monitoring stations and interviewed cryptographers but failed to obtain any evidence or testimony concerning the intercepts the Navy was making prior to December 7. So when Congress opened its Pearl Harbor investigation in November 1945 there were no pre-Pearl Harbor Japanese naval intercepts available. Clausen was told by Stimson to get the intercepts, but he didn’t do it.

Did you ever talk with Clausen? Did he criticize you?

Stinnett: He died. I tried to contact him. He was an attorney in San Francisco, and I did write him but he would never answer me. I wanted to ask him why he didn’t obtain the intercepts. His book doesn’t address that major issue. He didn’t return my calls, and he never answered my letters. I guess he just didn’t want to be exposed to this. Clausen was obviously a part of the conspiracy that kept the pre-Pearl Harbor intercepts from Congress and the American public.

What kind of attention did your book get from the mainstream media? Did it get as much attention as you thought it would?

Stinnett: Most of the mainstream print media has given Day Of Deceit very fine reviews. That includes The New York Times, The Wall Street Journal, San Francisco Chronicle, et al. Mainstream TV has not been forthcoming. The exceptions have been C-Span, PAX TV, and local television stations. Neither ABC, CBS, NBC, CNN, or Fox News have carried a word. C-SPAN carried ninety minutes of me discussing the book with a crowd of one hundred-fifty people. That was arranged by independent.org—The Independent Institute, a major, progressive think tank in Oakland, California.

Why do you think the information in your book is important?

Stinnett: It’s important because it reveals the lengths that some people in the American government will go to deceive the American public, and to keep this vital information—in our land of the First Amendment—from the people. And that’s against everything I believe in.
Robert B. Stinnett is a Research Fellow at The Independent Institute in Oakland, Calif. and the author of Day of Deceit: The Truth about FDR and Pearl Harbor (Free Press).

http://www.independent.org/newsroom/article.asp?id=408

 
At 4:40 p.m., Blogger Jay said...

Ja, ik heb al een week lang geen bericht van Patman gezien op Zapruder. Zou hij zijn bezocht door de AIVD?? ;)

 
At 4:42 p.m., Blogger Jay said...

Misschien had je beter die link bovenaan kunnen zetten en de rest weg laten, beetje onzinnig lezen zo :)

 
At 4:51 p.m., Anonymous Anoniem said...

Ook maar even gegoogled:

"Historians who have reviewed Mr. Stinnett’s book have been rightly critical of his work on several grounds. David Kahn, whose classic book The Codebreakers is widely acknowledged as the definitive work on cryptologic history, reviewed Mr. Stinnett’s book in the New York Review of Books and called it the “most irrational” of the many Pearl Harbor conspiracy books yet written. Mr. Kahn pointed out in devastating detail how Mr. Stinnett undermines his own case again and again by making elementary mistakes on fundamental points upon which his conspiracy theory depends: Mr. Stinnett gets crucial dates wrong; he gets basic cryptologic facts wrong; he miscites and misquotes archival documents and takes them out of their plain context. Archivists at the National Archives and Records Administration who have tried to locate documents Mr. Stinnett cites in his book have been unable to do so. His method of citing archival records is indeed so obscure that it is unlikely anyone who sought to verify Mr. Stinnett’s claims as to these documents’ content and context would be able to do so in most instances.

A far worse failing of Mr. Stinnett’s methodology is his practice of misrepresenting—or more often, simply ignoring—the overwhelming body of evidence that directly challenges his specific assertions. Mr. Stinnett has yet to even acknowledge the existence of the substantial, contemporaneous documentary evidence which shows unequivocally that the crucial Japanese naval codes were not successfully broken by the United States before the Pearl Harbor attack—evidence, in other words, that directly refutes the central claim of his book that the United States had, through cryptologic means, obtained secret advance knowledge of the Japanese plans. The documentary evidence that he does cite in his book is frequently taken out of context or quoted incompletely or inaccurately in an attempt to make it seem as if it supports his conspiratorial theories, when in fact it does nothing of the kind. For example:

He portrays records that reflect nothing more than the fact that certain coded Japanese messages were intercepted by U.S. radio operators as if they were evidence that the messages were also decrypted and read by U.S. intelligence.


He presents decrypts and translations of pre-Pearl Harbor Japanese messages that were made by U.S. intelligence only in 1945 and 1946—after the war was over and the U.S. codebreakers had time to go back and study them in light of their subsequent cryptologic success—and tries to pass them off as decrypts and translations made at the time the signals were originally transmitted, before the Pearl Harbor attack.


He seriously misquotes a late November 1941 U.S. Navy radio intelligence report—the words he places in quotation marks are altered significantly from the words that actually appear in the document he claims to be citing—to create the impression that the Japanese carrier fleet heading for Pearl Harbor broke radio silence, and thus could have been located by U.S. radio direction-finding stations. The document in fact states only that another Japanese naval unit (not part of the Pearl Harbor task force) had transmitted a message or messages to the carrier fleet. This is completely consistent with the testimony of Japanese naval officers involved in the Pearl Harbor attack, who have stated that they maintained strict radio silence.


He uses selective quotation to make it appear that U.S. Navy personnel in the Philippines had already broken the main Japanese naval operations code in November 1941 when in fact the statement actually refers to the (as of then far from successful) American efforts to recover the 50,000 five-digit numerals in the code’s key book, which first had to be reconstructed before any message texts could be deciphered.
Mr. Stinnett’s response to all of these criticisms has been to simply ignore their substance. When challenged at public forums where he has appeared to promote his book, the sum total of his defense against his critics has been to assert—literally—“I’m right and they’re wrong.”

http://www.independent.org/newsroom/article.asp?id=445

 
At 4:52 p.m., Anonymous Anoniem said...

He portrays records that reflect nothing more than the fact that certain coded Japanese messages were intercepted by U.S. radio operators as if they were evidence that the messages were also decrypted and read by U.S. intelligence.

Kijk, op dit punt ging het mis.

 
At 8:25 p.m., Anonymous Anoniem said...

Vooral niet op de inhoud ingaan hoor :(

en idd. een linkje had ook gekund...

 
At 10:28 p.m., Blogger Jay said...

Ach Ron had al lang aangetoond dat Stinnett niet helemaal eerlijk is geweest, dus dan valt er verder weinig over te zeggen.

 
At 10:43 p.m., Anonymous Anoniem said...

Zeg grootbekje, kun je niet normaal praten? Gedraag je eens een beetje. Je kunt ook gewoon met argumenten komen ipv iedereen voor idioot uit te maken. Als het om schelden gaat ben ik DE kampioen van internet hoor. Bij een discussie ga ik meestal van gelijkheid uit. Veel inhoudelijke argumenten heb ik van jou ook nog niet gezien hier. Een grote bek opzetten is meestal een teken van zwakte wist je dat?wwtfwh

 
At 11:17 p.m., Anonymous Anoniem said...

Wat ik wel of niet kan, gaat jou geen ene donder aan makker. Het valt me gewoon op dat jij meent iedereen te moeten schofferen die het niet met je eens is. De grootste schreeuwers hebben niet altijd gelijk vriend! Maar wellicht ontbreekt het jou gewoon aan fatsoennormen, dat kan ook.

 
At 11:44 p.m., Anonymous Anoniem said...

Laat mij eens jou bewijzen zien dat men helemaal niets van de geplande aanval op Pearl Harbor wist dan?

 
At 11:52 p.m., Anonymous Anoniem said...

Pearl Harbour is doorgestoken kaart. Er is daar veel meer bewijs voor dan voor de 9/11 complottheorieen. Er zijn onder de Freedom of Information Act vrijgegeven verslagen van Japanse comminiques waarvan de code gebroken is voor Pearl Harbor, dat de Japanners uitgelokt werden om een aanval te plegen en de aanwijzing dat de modernste schepen de haven verlieten vlak voor de aanval.

Het merendeel van de Amerikanen wilde niet meedoen met WO.2 (in Amerika is een sterke stroming die neigt tot isolationisme) en Pearl Harbor werd gebruikt om het volk een interventionistische stemming te krijgen.

De Amerikaanse regeringen bestonden niet uit demonen maar ook zeker niet uit heiligen hoor, er zijn genoeg smerige spelletjes gespeeld in de afgelopen eeuw. Het Golf van Tonkin incident dat de Amerikanen de Vietnamoorlog inlokte (met 40,000 Amerikaanse doden als resultaat) was ook doorgestoken kaart, dat betwist niemand nu.

 
At 12:56 a.m., Anonymous Anoniem said...

stelletje gompies.

 
At 7:04 a.m., Blogger Jay said...

40.000 Amerikaanse doden in Vietnam?

Of je kennis over de vietnam oorlog zuigt, of je maakt een domme typo, aangezien er meer als 58.000 Amerikanen zijn omgekomen daar. Of hebben ze dat ook gelogen?

En voor de tweede maal, Ron had al laten zien dat wat Stinnett claimde niet klopte. Dus dat de code nog helemaal niet gebroken was. Of had je dat stukje gemist?

 
At 7:12 a.m., Blogger Billythekid said...

Er zijn geen codes gekraakt, alleen onderschept. Op basis daarvan is een hele theorie ontwikkeld die dus niet klopt.

 
At 9:20 a.m., Anonymous Anoniem said...

Er is m.i. niks tegen het weergeven van lange citaten, zolang die relevant zijn binnen de discussie. Een verwijzing naar een site met lappen tekst is ook niet altijd handig, zeker als je er iets uit wilt lichten.

 
At 9:31 a.m., Anonymous Anoniem said...

Ik herinner me een documentaire waarin gezegd werd dat de engelsen de kode wél gekraakt hadden maar de gegevens niet wilden doorgeven aan de amerikanen omdat Churchill wist dat dit Amerika in de oorlog ging brengen. Indien ze de amerikanen hadden verwittigd dan hadden de japanners waarschijnlijk ook hun kodes aangepast wat een bedreiging was voor het britse rijk. Who knows...

 
At 10:03 a.m., Anonymous Anoniem said...

The US was warned by, at least, the governments of Britain, Netherlands, Australia, Peru, Korea and the Soviet Union that a surprise attack on Pearl Harbor was coming. All important Japanese codes were broken. FDR and Marshall and others knew the attack was coming, allowed it and covered up their knowledge. It's significant that both the the chief of OP-20-G Safford and Friedman of Army SIS, the two people in the world that knew what we decoded, said that FDR knew Pearl Harbor was going to be attacked.

http://www.geocities.com/Pentagon/6315/pearl.html

 
At 10:16 a.m., Anonymous Anoniem said...

Geen betrouwbare site, beste Arminius. De link verwijst zelfs naar het Pentagon, dus dan weet je wel wat de achterliggende gedachte is.

 
At 10:38 a.m., Anonymous Anoniem said...

Zelf mijn opa wist toen dat Japan snel Amerika zou gaan aanvallen, alleen niet waar. En die werkte echt niet voor het pentagon.

 
At 11:31 a.m., Anonymous Anoniem said...

Arminius: Want de échte inzet is versterking van de Amerikaanse militaire en industriële wereldsuprematie via 'totale oorlog' (een uitdrukking van medestichter Richard Perle)

Democrat: Ik ben benieuwd wat men zegt als daadwerkelijk de pleuris uitbreekt.


Relax kinders, relax, begin eens met het nieuws te volgen?
De republikeinen hebben de verkiezingen verloren. De neoconservatieven likken hun wonden. De Axis of Evil is no more en Bush moet in opdracht van de Democraten bij het opperhoofd van Iran gaan bedelen om hulp.

De NWO maakt niks meer klaar: het is Bush niet gelukt om WMD te planten in Irak, het is 'm niet gelukt de stemmachines te manipuleren, er kwam geen october suprise.

Door nota bene NU te gaan jammeren over de totale oorlog van de neocons laat toch wel pijnlijk zien hoe jullie de grip op de werkelijkheid volledig kwijt zijn. Mogen jullie al alleen buiten spelen van moeders?

 
At 11:55 a.m., Anonymous Anoniem said...

Teheran - In Iran is maandag de omstreden conferentie over de Holocaust geopend. De bijeenkomst wordt waarschijnlijk een platform voor 'wetenschappers' die de moord op zes miljoen joden door de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog ontkennen.

Bij de opening verklaarde de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Manouchehr Mottaki dat de conferentie niet is bedoeld om de Holocaust te ontkennen of te bevestigen, maar om ,,denkers die in Europa hun opinie niet mogen uiten een mogelijkheid tot expressie te geven''.


Moet Zapruder, Inc geen afvaardiging sturen?
Let ook op de wezelachtige relativering van die minister.
Klinkt bekend: ".. en we weten dat Bush en Cheney 9/11 hebben georganiseerd, trouwens... we stellen alleen maar vragen, of mag dat ook al niet meer huh? huh? "

 
At 12:31 p.m., Anonymous Anoniem said...

Daar heb ik dan toch meer vertrouwen in dan het dagelijkse morgen-komt-alles-uit-commentaar van onze torenbouwer Democrat.

 
At 12:50 p.m., Anonymous Anoniem said...

Jay hier. Heb wat problemen met mijn password op het werk dus dan maar even zo.

Democrat en Arminius, het is wel erg duidelijk dat jullie erg anti Verenigde staten zijn. Aangezien jullie je blijkbaar alleen in elke oorlog van de VS interresseren. Waarom gaan jullie niet lekker in Rusland wonen ofzo, of in Afrika, of Zuid-Amerika, of het midden oosten. Of beter nog, probeer een kerk te beginnen in Mekka (veel succes daarmee, aangezien je als niet Moslim daar niet eens mag komen).

 
At 1:08 p.m., Anonymous Anoniem said...

Wou je zeggen dat je niet anti VS bent dan?

Hebben we het nou echt zo slecht sinds Amerika en Canada ons bevrijd hebben hier?

Waarom gaan jullie niet lekker alle foute oorlogen onderzoeken die de USSR hebben begaan. Of die er in Afrika worden begaan. Of die in Zuid en midden Amerika zijn begaan.

Enige wat ik van jullie zie is VS bashen

 
At 1:38 p.m., Anonymous Anoniem said...

Zouden Democrat en Arminius wel eens in de VS zijn geweest? Of hebben ze een boeman-beeld-op-afstand?

 
At 2:03 p.m., Anonymous Anoniem said...

Dus omdat die andere landen het niet roepen geeft ze het recht om oorlog te voeren?

Voor iemand die zich Democrat noemt zou elk land ter wereld zich toch voor Democratie moeten inzetten en niet alleen de VS?

Dus dat vind ik persoonlijk een beetje een domme opmerking.

 
At 2:05 p.m., Anonymous Anoniem said...

Democrat is dus niet in de VS geweest.

 
At 2:32 p.m., Anonymous Anoniem said...

Tuurlijk mag je kritiek hebben, zolang het maar wel onderbouwd is Democrat, maar domweg alleen maar VS bashen kan ik dus echt niet begrijpen. En zoals je zelf zegt leven we in een vrij land. Mede dankzij dat enge land waar jullie zo graag tegen lopen te schoppen.

En ik haalde dat uit dit trouwens Democrat.

Wie spreekt er over 'democratie en vrede'?

Aangezien de VS altijd over democratie en vrede spreekt en de andere landen dat niet doen. Dus leek het mij dat je het over de VS had. Ik nam aan dat je daarmee bedoelde dat er inderdaad oorlog wordt gevoerd, maar dat zij het niet over democratie en vrede hebben. Misschien heb ik dat dan verkeerd begrepen.

 
At 3:00 p.m., Anonymous Anoniem said...

Ik zal vanavond wel ff labger replyen, aangezien het nogal een verhaal is.

Maar je hebt inderdaad gelijk dat dit over de VS gaat en niet zoals ik zelf andere landen aanhaal. Maar ik heb al zo vaak gezien dat er domweg maar alleen naar de VS wordt geschopt zonder enige onderbouwing, dat ik daar echt een beetje kriegel van wordt.

Mijn insteek was ook meer dat er geen regering perfect is, al was dit misschien hier niet helemaal op zijn plaats.

 
At 6:00 p.m., Anonymous Anoniem said...

Cool said...

Zouden Democrat en Arminius wel eens in de VS zijn geweest? Of hebben ze een boeman-beeld-op-afstand?

Ik heb als zeeman vroeger de halve wereld gezien, (ja, ook Amerika) waar ben jij allemaal geweest dan?

 
At 9:42 a.m., Anonymous Anoniem said...

1. Het weglaten van bewijzen dat tenminste zes van de vermeende kapers - inclusief Waleed al-Shehri, die volgens de Commissie waarschijnlijk een stewardess op vlucht 11 neergestoken zou hebben voordat het in de noordelijke World Trade Center-toren crashte - nog steeds in leven zijn (19-20).

2. Het weglaten van bewijsmateriaal over Mohammed Atta - zoals zijn voorliefde voor alcohol, varkensvlees en "lap dances" - dat op gespannen voet staat met de bewering van de Commissie dat hij een religieuze fanaticus was geworden (20-21).

3. De vertroebeling van het bewijs dat Hani Hanjour een te slechte piloot was om een verkeersvliegtuig in het Pentagon te vliegen (21-22).

4. Het weglaten van het feit dat de in de openbaarheid gebrachte passagierslijsten geen Arabische namen bevatten (23).

5. Het weglaten van het feit dat brand nooit, voor of na 11-9, een gebouw met staalskelet heeft doen instorten (25).

6. Het weglaten van het feit dat de branden in de Twin Towers niet heel groot, heel heet, of erg lang duurden in vergelijking met branden in verschillende andere staalskelet-gebouwen die niet instortten (25-26).

7. Het weglaten van het feit dat, gegeven de hypothese dat de instortingen door brand werden veroorzaakt, de zuidelijke toren die later werd getroffen dan de noordelijke toren en tevens kleinere branden had, niet als eerste zou horen in te storten (26).

8. Het weglaten van het feit dat WTC-gebouw 7 (dat niet door een vliegtuig was getroffen en slechts kleine locale branden had) ook instortte, een gebeurtenis die FEMA (Federal Emergency Management Agency) toegaf niet te kunnen verklaren.

9. Het weglaten van het feit dat de instortingen van de Twin Towers (net als Gebouw 7) tenminste 10 kenmerken vertoonden die overeenkomen met een gecontroleerde vernietiging met explosieven.

10. De bewering dat de kern van beide Twin Towers een "holle stalen schacht" is - een bewering die het bestaan ontkent van 47 massief stalen pijlers die in werkelijkheid de kern van de torens vormden en die, gegeven de "pannekoektheorie" van de instortingen, vele tientallen meters in de lucht hadden moeten blijven uitsteken (27-28).

11. De weglating van Larry Silversteins verklaring dat hij en de brandweercommandant besloten hadden om Gebouw 7 "neer te halen" (28).

12. De weglating van het feit dat het staal van de WTC-torens snel van de plaats van het misdrijf werd verwijderd, en overzees verscheept werd voordat het geanalyseerd kon worden op bewijs van explosieven (30).

13. De weglating van het feit dat, aangezien Gebouw 7 geëvacueerd was voordat het instortte, de officieel opgegeven reden voor de snelle verwijdering van het staal - dat er nog mensen levend in het puin onder het staal konden zijn - onlogisch was (30).

14. Het weglaten van burgemeester Giuliani's verklaring dat hij ingelicht was dat het World Trade Center zou gaan instorten (30-31).

15. De weglating van het feit dat president Bush' broer Marvin en zijn neef Wirt Walker III beide in de directie zaten van de beveiligingsfirma van het WTC (31-32).

16. De weglating van het feit dat de westvleugel van het Pentagon het minst waarschijnlijkste doelwit van al-Qaida-terroristen in dat gebouw zou zijn, om meerdere redenen (33-34).

17. De afwezigheid van iedere overweging of de schade aan het Pentagon in overeenstemming is met de inslag van een Boeing 757 met een snelheid van honderden mijlen per uur (34).

18. De weglating van het feit dat er foto's zijn die laten zien dat de gevel van de westvleugel niet eerder instortte dan 30 minuten na de inslag en ook dat het gat te klein lijkt voor de binnenkomst van een Boeing 757 (34).

19. Het achterwege laten van alle getuigenverklaringen waarin getwijfeld werd of restanten van een Boeing 757 te zien waren, binnen danwel buiten het Pentagon (34-36).

20. Het achterwege laten van iedere discussie of het Pentagon een raketafweersysteem heeft dat een commercieel lijnvliegtuig neergehaald zou hebben - ofschoon de Commissie zelf suggereerde dat de al-Qaida-terroristen niet een kerncentrale zouden aanvallen omdat ze aannamen dat die met een dergelijk systeem beveiligd zouden zijn (36).

21. De weglating van het feit dat beelden van verschillende bewakingscamera's - inclusief de camera in het tankstation tegenover het Pentagon, waarvan de filmbeelden geconfisqueerd werden door de FBI onmiddellijk na de klap - de vraag zouden kunnen beantwoorden wat het Pentagon werkelijk trof (37-38).

22. Het achterwege laten van defensieminister Rumsfelds opmerking over "the missile [used] to damage [the Pentagon]" (39).

23. De kennelijke bevestiging van een geheel onbevredigend antwoord op de vraag waarom agenten van de Geheime Dienst toestonden dat president Bush in de school in Sarasota kon blijven op een moment dat, volgens het officiële verhaal, zij hadden moeten veronderstellen dat een gekaapt vliegtuig op de school zou kunnen neerstorten (41-44).

24. Het niet onderzoeken van de reden waarom de Geheime Dienst geen gevechtsvliegtuigen ontbood om luchtdekking te bieden aan Air Force One (43-46).

25. De beweringen dat op het moment dat de presidentiële groep bij de school arriveerde, niemand in de groep wist dat meerdere vliegtuigen waren gekaapt (47-48).

26. De weglating van het bericht dat minister van Justitie Ashcroft was gewaarschuwd voor het reizen met commerciële lijnvluchten vóór 11-9 (50).

27. De omissie van David Schippers' bewering dat hij, op basis van door FBI-agenten gegeven informatie over op handen zijnde aanvallen in Manhattan, vergeefs poging had gedaan deze informatie aan minister van Justitie Ashcroft door te geven gedurende zes weken vóór 11-9 (51).

28. Het achterwege laten van enige vermelding van de FBI-agenten die zeiden ruim van te voren de doelen en data van de aanvallen te hebben geweten (51-52).

29. De stelling, door middel van een cirkelredenering, dat de ongebruikelijke handel in put-opties voorafgaand aan 11-9 geen voorkennis van de aanvallen impliceerde van de zijde van de kopers (52-57).

30. Het niet vermelden van berichten dat zowel burgemeester Willie Brown als sommige Pentagonmedewerkers waarschuwingen ontvingen niet te vliegen op 11-9 (57).

31. Het niet noemen van het bericht dat Osama bin Laden, die toen reeds Amerika's meest gezochte misdadiger was, in juli 2001 door een Amerikaanse dokter behandeld was in het Amerikaanse ziekenhuis in Dubai en bezoek had gehad van de lokale CIA-agent (59).

32. De weglating van nieuwsberichten die suggereren dat het Amerikaanse leger in Afghanistan na 11-9 Osama bin Laden opzettelijk liet ontsnappen (60).

33. Het weglaten van berichten, inclusief die van een bezoek aan Osama bin Laden van het hoofd van de Saoedische inlichtingendienst in het ziekenhuis van Dubai, die op gespannen voet staan met de officiële kenschetsing van Osama als zwart schaap van de familie en zijn land (60-61).

34. De omissie van Gerald Posners verslag van Abu Zubaydah's getuigenis, volgens wie drie leden van de Saoedische koninklijke familie - die later allemaal op geheimzinnige wijze binnen acht dagen stierven - al-Qaida financierden en voorkennis hadden van de aanvallen van 11-9 (61-65).

35. De ontkenning van de Commissie dat het enig bewijs vond van Saoedische financiering van al-Qaida (65-68).

36. In het bijzonder de ontkenning van de Commissie dat het bewijs had gevonden dat geld van prins Bandars vrouw prinses Haifa, naar leden van al-Qaida ging (69-70).

37. De ontkenning, door gewoon geen onderscheid te maken tussen privé- en commerciële vluchten, dat de privévlucht met Saoedi's van Tampa naar Lexington op 13 september de toen geldende regels voor het Amerikaanse luchtruim schond (71-76).

38. De ontkenning dat werd toegestaan dat Saoedi's de Verenigde Staten verlieten kort na 11-9 zonder afdoende onderzocht te zijn (76-82).

39. Het weglaten van bewijs dat prins Bandar speciale toestemming van het Witte Huis kreeg voor de Saoedische vluchten (82-86).

40. De omissie van Coleen Rowley's bewering dat sommige functionarissen in het hoofdbureau van de FBI het memo van agent Kenneth Williams uit Phoenix hadden gezien (89-90).

41. Het achterwege laten van de klacht van FBI-agent Robert Wright uit Chicago dat het FBI-hoofdbureau zijn onderzoek naar een terroristische cel afkapte, en hem intimideerde om te voorkomen dat hij een boek zou schrijven over zijn ervaringen (91).

42. Het niet noemen van bewijs dat het FBI-hoofdbureau de poging van Coleen Rowley en andere agenten uit Minneapolis saboteerden om een bevel tot doorzoeking van Zacarias Moussaoui's computer te verkrijgen (91-94).

43. Het weglaten van de 3,5 uur durende getuigenverklaring voor de Commissie van voormalig FBI-vertaalster Sibel Edmonds - die, volgens haar later gepubliceerde brief aan voorzitter Kean, onthullingen bevatte van 11-9 gerelateerde verduisteringen door functionarissen van het hoofdbureau van de FBI (94-101).

44. De omissie van het feit dat generaal Mahmoud Ahmad, het hoofd van de Pakistaanse inlichtingendienst ISI, in de week voor 11-9 in Washington was en ontmoetingen had met CIA-chef George Tenet en andere Amerikaanse functionarissen (103-104).

45. De weglating van bewijs dat ISI-hoofd Ahmad de opdracht had gegeven om $100.000 aan Mohammed Atta over te maken voorafgaand aan 11-9 (104-107).

46. De bewering van de Commissie dat het geen bewijs had gevonden dat een buitenlandse regering, inclusief Pakistan, geld had verstrekt aan leden van al-Qaida (106).

47. Het niet noemen van een bericht dat de regering Bush Pakistan onder druk had gezet om Ahmad te ontslaan als ISI-hoofd, nadat het verhaal bekend was geworden dat hij geld van de ISI aan Atta had gestuurd (107-109).

48. Het weglaten van bewijs dat de ISI (en niet alleen al-Qaida) achter de moord op Ahmad Shah Masood zat (de leider van Afghanistans Noordelijke Alliantie), hetgeen plaatsvond vlak na de één week durende ontmoeting tussen de CIA en ISI (110-112).

49. Het weglaten van bewijs dat de ISI betrokken was bij de ontvoering en moord op Wall Street-journalist Daniel Pearl (113).

50. Het weglaten van Gerald Posners bericht dat Abu Zubaydah beweerde dat een Pakistaanse militaire officier, Mushaf Ali Mir, nauw gelieerd was aan zowel de ISI als aan al-Qaida en voorkennis had van de aanvallen van 11-9 (114).

51. De omissie van ISI-agent Rajaa Gulum Abbas' voorspelling dat de Twin Towers "omlaag zouden komen" (114).

52. De omissie van het feit dat president Bush en andere leden van de regering herhaaldelijk spraken over de 11-9-aanvallen als "kansen" (116-117).

53. Het niet noemen van het Project for the New American Century, waarvan veel leden nu sleutelposities in het Witte Huis bekleden, dat in 2000 een document publiceerde waarin staat dat een "nieuw Pearl Harbor" het doel zou dienen om fondsen te krijgen voor een snelle technologische verandering van het Amerikaanse leger (117-118).

54. De omissie van het feit dat Donald Rumsfeld, die als hoofd van de commissie voor het Amerikaanse Ruimtecommando had geadviseerd de financiering ervoor te verhogen, de aanvallen van 11-9 dezelfde avond nog gebruikte om die financiering veilig te stellen (119-122).

55. Het verzuim om te vermelden dat drie van de leidinggevenden die faalden in het voorkomen van de aanvallen van 11-9 - minister Rumsfeld, generaal Richard Myers en generaal Ralph Eberhart - tevens de sterkste pleitbezorgers van het US Space Command waren (122).

56. De omissie van het feit dat Unocal had verklaard dat de Taliban niet voldoende beveiliging kon garanderen om de olie- en gaspijpleiding van de Kaspische regio naar Afghanistan en Pakistan doorgang te laten vinden (122-125).

57. De omissie van het bericht dat in een bijeenkomst in juli 2001, vertegenwoordigers van de VS zeiden dat omdat de Taliban weigerden met een Amerikaans voorstel in te stemmen dat het pijpleidingproject zou laten doorgaan, een oorlog tegen hen in oktober zou beginnen (125-126).

58. Het verzwijgen van het feit dat Zbigniew Brzezinski in zijn boek uit 1997 schreef dat het noodzakelijk is voor de Verenigde Staten wil het zijn mondiale overwicht handhaven, om greep te krijgen op Centraal-Azië met zijn enorme oliereserves, en dat een nieuw Pearl Harbor behulpzaam zou zijn om publieke steun te krijgen voor zo'n machtsgreep (127-128).

59. Het weglaten van bewijs dat enkele sleutelfiguren in de regering Bush, inclusief Donald Rumsfeld en zijn plaatsvervanger Paul Wolfowitz, al vele jaren actie voerden voor een oorlog tegen Irak (129-133).

60. Het weglaten van notities van Rumsfelds gesprekken op 11-9 die laten zien dat hij vastbesloten was om de aanvallen als voorwendsel voor een oorlog met Irak te gebruiken (131-132).

61. Het niet vermelden van de stelling van het Project for the New American Century dat "de noodzaak voor een aanzienlijke Amerikaanse machtsbasis in de Golf de kwestie van het regime van Saddam Hussein overstijgt" (133-134).

62. De bewering dat FAA (Federal Aviation Authority)-protocol op 11-9 het tijdrovende proces voorschreef om meerdere niveau's in de commandostructuur te doorlopen - terwijl het rapport bewijs van het tegendeel citeert (158).

63. De bewering dat er in die dagen maar twee luchtmachtbases in NORAD's (North American Aerospace Defense Command) noord-oostelijke sector waren die straaljagers paraat hadden en, in het bijzonder, er geen jagers paraat waren in zowel luchtmachtbasis McGuire en Andrews (159-162).

64. Het weglaten van bewijs dat luchtmachtbasis Andrews wél te allen tijde meerdere straaljagers paraat heeft (162-164).

65. Het accepteren van de tweeledige stelling dat kolonel Marr van NEADS (Northeast Air Defense Sector) een superieur moest bellen om toestemming te krijgen voor het laten opstijgen van straaljagers van de basis Otis en dat voor dit gesprek acht minuten nodig waren (165-166).

66. Het onderschrijven van de stelling dat het kwijtraken van het transpondersignaal van een vliegtuig het haast onmogelijk maakt voor de Amerikaanse militaire radar het toestel te volgen (166-167).

67. De bewering dat de onderschepping van Payne Stewart niet betekende dat NORAD's reactie op vlucht 11 buitengewoon traag was.

68. De bewering dat gevechtsvliegtuigen van basis Otis niet de lucht ingingen tot zeven minuten nadat ze het bevel tot opstijgen kregen omdat ze niet wisten waar heen te gaan (174-175).

69. De bewering dat het Amerikaanse leger niet van de kaping van vlucht 175 wist tot 9.03 u., toen die in de Zuidelijke Toren crashte (181-182).

70. Het schuldig blijven van een uitleg over (a) waarom NORAD's eerdere bericht, volgens welke de FAA het leger op de hoogte had gebracht van de kaping van vlucht 175 om 8.43 u., nu als foutief wordt beschouwd en (b) hoe dit bericht, als het niet klopt, gepubliceerd kon worden en bijna drie jaar lang onweersproken kon blijven (182).

71. De bewering dat de FAA voor 9.20 u. die morgen geen teleconferentiegesprek had opgezet (183).

72. Het weglaten van het feit dat een memo van Laura Brown van de FAA vermeldt dat een teleconferentiegesprek was begonnen om ongeveer 8.50 u. en dat de kaping van vlucht 175 daarin aan de orde kwam (183-84, 186).

73. De bewering dat de teleconferentie van de NMCC (National Military Command Center) niet begon voor 9.29 u. (186-188).

74. De omissie, in de bewering van de Commissie dat vlucht 77 niet van zijn koers was afgeweken tot 8.54 u., van het feit dat eerdere berichten 8.46 u. vermeldden (189-190).

75. Het niet vermelden dat het bericht dat een groot toestel in Kentucky gecrasht was, om ongeveer dezelfde tijd dat vlucht 77 van de FAA-radar verdween, door de hoofden van de FAA en FBI's antiterrorisme-eenheid ernstig genoeg werd geacht om aan het Witte Huis door te geven (190).

76. De bewering dat vlucht 77 bijna 40 minuten door het Amerikaanse luchtruim richting Washington vloog zonder door de militaire radar te zijn opgemerkt (191-192).

77. Het niet verklaren, als NORAD's eerdere bericht dat het was ingelicht over vlucht 77 om 9.24 u. "incorrect" was, hoe dit foute bericht had kunnen ontstaan, dus of NORAD-functionarissen hadden gelogen of drie jaar lang gewoon in de war waren (192-193).

78. De stelling dat de straaljagers van Langley, waarvan NORAD eerder had gezegd dat ze waren opgestegen om vlucht 77 te onderscheppen, in werkelijkheid reageerden op een foutief bericht om 9.21 u. van een (onbekende) FAA-verkeersleider dat vlucht 11 nog in de lucht was en richting Washington ging (193-199).

79. De bewering dat het leger niet van de FAA hoorde van de waarschijnlijke kaping van vlucht 77 voordat het Pentagon was getroffen (204-212).

80. De bewering dat Jane Garvey niet aan Richard Clarke's videoconferentie deelnam tot 9.40 u., nadat het Pentagon was getroffen (210).

81. De bewering dat geen van de teleconferentiegesprekken slaagden in het coördineren van de reacties van de FAA en het leger op de kapingen omdat "aan geen ervan de juiste functionarissen van zowel de FAA als het Ministerie van Defensie deelnamen" - ofschoon Richard Clarke zei dat bij zijn videoconferentie zowel FAA-hoofd Jane Garvey als minister van Defensie Rumsfeld en generaal Richard Myers, de dienstdoende voorzitter van de chefs van staven, aanwezig waren (211).

82. De bewering van de Commissie dat het niet wist wie van het Ministerie van Defensie deelnam aan Clarke's videoconferentie - hoewel Clarke's boek vermeldt dat het Donald Rumsfeld en generaal Myers waren (211-212).

83. De bevestiging van generaal Myers' uitspraak dat hij in het Capitool was tijdens de aanvallen, zonder Richard Clarke's tegenstrijdige bewering te vermelden, dat Myers in het Pentagon aan zijn videoconferentie deelnam (213-217).

84. Het nalaten de tegenstrijdigheid te vermelden tussen Clarke's verslag van Rumsfelds verblijfplaatsen die morgen en Rumsfelds eigen verslag (217-219).

85. Het weglaten van de getuigenverklaring van minister van Transport Norman Mineta, voor de Commissie zelf, dat vice-president Cheney en anderen in de ondergrondse schuilplaats om 9.26 u. wisten dat een vliegtuig het Pentagon naderde (220).

86. De bewering dat Pentagon-functionarissen niet wisten dat een vliegtuig het Pentagon naderde tot 9.32, 9.34 of 9.36 u. - in ieder geval slechts een paar minuten voor het gebouw werd geraakt (223).

87. De bevestiging van twee tegenstrijdige verhalen over een vliegtuig dat het Pentagon trof - een waarin het een 330-graden neerwaartse spiraal maakte (een "hoge-snelheidsduik") en een andere waarin geen melding is van deze manoeuvre (222-223).

88. De bewering dat de straaljagers afkomstig van Langley, die naar men zegt waren opgestegen om Washington te beschermen tegen "spookvlucht 11", niet bij Washington in de buurt waren omdat ze per ongeluk richting zee waren gestuurd (223-224).

89. Het weglaten van alle bewijsmateriaal dat erop wijst dat het vliegtuig dat het Pentagon trof, niet vlucht 77 was (224-225).

90. De bewering dat het leger niet door de FAA was ingelicht over de kaping van vlucht 93 tot na het moment van de crash (227-229, 232, 253).

91. De tweeledige bewering dat de NMCC niet meeluisterde met de teleconferentie die door de FAA was opgezet, en dat ze vervolgens de FAA niet kon laten meeluisteren met de teleconferentie die de NMCC begon (230-231).

92. De omissie van het feit dat de Geheime Dienst in staat is alles te weten wat de FAA weet (233).

93. Het achterwege laten van enige navraag waarom de NMCC zijn eigen teleconferentiegesprek begon, waar Laura Brown van de FAA had gezegd dat dit geen standaard werkwijze is (234).

94. Het achterwege laten van enig onderzoek waarom generaal Montague Winfield niet alleen een groentje (kapitein Leidig) zijn werk als hoofd Operaties van de NMCC liet doen, maar hem ook verantwoordelijk liet toen duidelijk was dat het Pentagon een crisis zonder precedent beleefde (235-236).

95. De bewering dat de FAA de Geheime Dienst (verkeerd) inlichtte tussen 10.10 en 10.15 u. dat vlucht 93 nog in de lucht was en richting Washington ging (237).

96. De bewering dat vice-president Cheney geen authorisatie voor het neerschieten tot na 10.10 u. (verscheidene minuten na de crash van vlucht 93) had gegeven en dat deze authorisatie niet aan het Amerikaanse leger was doorgegeven voor 10.31 u. (237-241).

97. Het weglaten van alle bewijs dat aantoont dat vlucht 93 door een militair vliegtuig is neergeschoten (238-239, 252-253).

98. De bewering dat Richard Clarke zijn gevraagde authorisatie tot neerschieten niet voor 10.25 u. ontving (240).

99. Het weglaten van Clarke's eigen getuigenis, die erop wijst dat hij de authorisatie tot neerschieten kreeg om 9.50 u. (240).

100. De bewering dat Cheney de ondergrondse schuilplaats (het PEOC, "Presidential Emergency Operations Center") niet voor 9.58 u. bereikte (241-44).

101. Het weglaten van meerdere getuigenissen, inclusief die van Norman Mineta voor de Commissie zelf, dat Cheney voor 9.20 u. in het PEOC was. (241-244).

102. De bewering dat authorisatie tot neerschieten alleen van de president kan komen (245).

103. Het weglaten van berichten dat kolonel Marr het neerschieten van vlucht 93 had bevolen, en dat generaal Winfield kenbaar maakte dat hij en anderen van het NMCC verwachtten dat een straaljager bij vlucht 93 zou arriveren (252).

104. Het weglaten van berichten dat twee straaljagers dicht bij het luchtruim van New York waren en dat er drie slechts 200 mijl van Washington verwijderd waren (251).

105. Het weglaten van bewijs dat er tenminste zes luchtmachtbases met parate straaljagers waren in het noordoostelijk deel van de Verenigde Staten (257-258).

106. De bevestiging van generaal Myers' bewering dat NORAD zijn missie had gedefinieerd als de verdediging tegen alleen maar bedreigingen vanuit het buitenland (258-262).

107. De bevestiging van generaal Myers' bewering dat NORAD de mogelijkheid dat terroristen gekaapte vliegtuigen als projectielen konden gebruiken, niet had onderkend (262-263).

108. Het verzuim om de betekenis van het in het rapport zelf aanwezige bewijs te doen uitkomen, en ander bewijs te vermelden, dat NORAD wel degelijk de dreiging van gekaapte vliegtuigen als projectielen had onderkend (264-267).

109. Het verzuim om aan de orde te stellen hoe de oorlogsimulatieoefeningen van die dag verband hielden met het falen van de luchtmacht om de gekaapte vliegtuigen te onderscheppen (268-269).

110. Het verzuim om de mogelijke relevantie te bespreken van Operatie Northwoods voor de aanvallen van 11-9 (269-271).

111. De bewering - gedaan in de verklaring waarom het leger niet op tijd over informatie van de kapingen beschikte om ze te onderscheppen - dat FAA-personeel op onverklaarbare wijze maar liefst 16 keer verzuimde om de standaardprocedures te volgen (155-156, 157, 179, 180, 181, 190, 191, 193, 194, 200, 202-203, 227, 237, 272-275).

112. Het verzuim om te vertellen dat de Commissie's vermeende "onafhankelijkheid" fataal ondermijnd was doordat haar directeur, Philip Zelikow, feitelijk bijna een lid van de regering Bush was (7-9, 11-12, 282-84).

113. Het niet vermelden dat het Witte Huis aanvankelijk de instelling van een 9/11-Commissie wilde verhinderen, vervolgens vele obstakels op haar weg plaatste, inclusief een zeer magere financiering (283-285).

114. Het verzuim om te vermelden dat de voorzitter van de Commissie, de meeste andere leden, en tenminste de helft van de staf ernstige belangenconflicten hadden (285-290, 292-295).

115. Het verzuim van de Commissie, opscheppend dat het haar eindrapport "zonder verschillen van mening" presenteerde, om te vermelden dat dit waarschijnlijk alleen mogelijk was doordat Max Cleland, het commissielid dat het meest kritisch was op het Witte Huis en bezwoer dat hij "voor geen enkele informatie de ogen zou sluiten", gedwongen was af te treden om een functie in de Export-Import Bank te aanvaarden, en dat het Witte Huis de nominatie voor die functie pas naar voren schoof toen hij zijn kritiek niet onder stoelen of banken stak (290-291).

 
At 10:11 a.m., Blogger Jay said...

Billy, misschien toch eens tijd om het blog aan te passen zodat er geen anoniempjes meer kunnen posten, want blijkbaar kan Anoniempje Bob, alleen maar deze schijt spammen.

 
At 11:28 a.m., Blogger bob said...

zal "bob"wel weer gepost hebben!

 

Een reactie posten

<< Home